De KW-linie in Leefdaal

Deze bijdrage verscheen oorspronkelijk op 22 januari 2011 op leefdaal.be.


IMG_7445

De overwoekerde bunker aan de Boskee in 2006

De KW-linie

Voor het begin van de vijandelijkheden in mei 1940 twijfelde de politieke en militaire elite in het ‘neutrale’ België er niet aan dat het grootste gevaar voor een inval uitging van Duitsland. De verdedigingslinies waren dan ook voornamelijk gericht tegen een invasie uit het oosten.

De vestiging Luik kreeg de meeste aandacht. De Belgische generaals maakten zich echter geen illusies. De verdediging aan de Maas en het Albertkanaal kon niet worden beschouwd als een definitieve afweer. De Fransen, waarmede in 1938 discreet contact was opgenomen, steunden deze visie.

De Belgische troepen moesten bij het eerste signaal snel achteruit trekken naar de volgende linie. De lag in het centrum van het land en was gevormd door een verbinding tussen de vestigingen Antwerpen en Namen via de Dijlevallei. Zij is de geschiedenis ingegaan onder de naam ‘KW-linie’. Pas daar kon worden gerekend op de steun van de Franse en Britse eenheden.

De KW-linie was een geheel van gevechtsbunkers, antitankhindernissen, loopgrachten en overstroomde gebieden met achteraan een rij bunkers die telefonisch met elkaar moesten kunnen in contact treden. Vooral dit laatste aspect had belang voor Leefdaal.

De bunkers

Het tweede verdedigingssysteem is, eenmaal beslist, mede door de dreigende internationale toestand, zo spoedig mogelijk in 1939-1940 opgebouwd. Van de vrij omvangrijke werken blijven nog sporen bewaard. De meest opvallende in Leefdaal zijn de betonnen ‘telefooncellen’, de bunkers achter de eigenlijke verdedigingslijn. Het Belgisch leger zwoer nog bij telefoonverbindingen zoals gebruikelijk in 1914-1918, toen de legers jarenlang aan een frontlinie bleven ingegraven. Andere landen kozen voor modernere radioverbindingen die betere diensten in een bewegingsoorlog konden bewijzen.

De ‘Genie des Fortifications’ kreeg de opdracht zo spoedig mogelijk de geplande bunkers te bouwen. Het werk werd onder strenge voorwaarden toevertrouwd aan private ondernemers. Vele dorpsgenoten zwoegden dag en nacht samen met geniesoldaten aan de bouw van de versterkingen.

Twee typen zijn gebouwd: de visitekamer en verbindings- of controlekamer.

Visitekamers maten inwendig 3,30 meter op 2,30 meter en konden, via een gepantserde deur, plaats bieden aan twee soldaten. Zij maakten deel uit van een communicatiesysteem dat eventueel kon worden aangesloten op het openbare telefoonnet.

De visitekamers waren per twee of drie geschakeld aan een controlekamer, waarin vier of vijf personen konden plaats nemen. Zij maten inwendig 5,30 meter op 4,30 meter. De toegang was verzekerd langs een sas dat afgesloten was met drie gepantserde deuren. Zij moesten niet alleen het telefonisch oproepen vanuit de verbindingskamers opvangen, maar konden ook dienst doen als commandopost of hoofdkwartier. De verbindingen dienden te gebeuren met ondergrondse kabels.

De bunkers in Leefdaal

In Leefdaal kwam, en staat nog, een verbindingspost aan de westzijde van de Boskee in het park van graaf de Liedekerke. Hij is nu volledig overwoekerd door de plantengroei. De ingang is toegemetseld.

Visitekamers stonden/staan in de westelijke rand van het Weebergbos en in de berm van de verlengde Korbeekstraat – de Scheewegstraat – ten oosten van het Heidebos, bijna aan de kruising met de Bredeweg.

De rol van de bunkers in de strijd aan de Dijle

De verdediging van de geallieerden was verdeeld in drie sectoren. De Britten verdedigden de middensector van Wijgmaal tot Waver. Ten noorden vochten de Belgen, ten zuiden de Fransen. Allen hielden aanvankelijk voortreffelijk stand op 14 en 15 mei tegen het veel beter uitgeruste Duitse leger. Zij zagen zich toch verplicht op 16 mei de KW-linie te verlaten om de omsingeling te vermijden na de dreigende doorbraak van de Duitsers bij Gembloers en vooral de bres die zij sloegen bij Sedan.

De betonnen schuilplaatsen voor de telefonie hebben weinig of geen rol gespeeld. De ondergrondse kabels die als een spinnenweb de verschillende posten moesten verbinden waren alleen in Leuven aangelegd tussen de gevechtsbunkers. Bovendien zouden zij niet gepast hebben bij de inwendige communicatie van het Britse expeditieleger dat steunde op radioverbindingen.

Wie wel profijt haalde uit het hele opzet waren de Duitsers. In hun honger naar metalen hebben zij tijdens de bezetting de gepantserde deuren zoveel als mogelijk gerecupereerd.

(Willy Brumagne, 1932-2013)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s