Deze bijdrage verscheen oorspronkelijk op 24 januari 2011 op leefdaal.be.

Het kapelaanhuis in 1984 (uit de beeldbank van het agentschap Onroerend Erfgoed)
Op het einde van de achttiende eeuw waaide een nieuwe Franse bouwwijze, de Lodewijk XVI- of classicistische stijl, naar ons over. Sober evenwicht en voorkeur voor rechte lijnen golden als dwingende norm. Deuren en, zo mogelijk, ramen werden in rechthoekige, liefst natuurstenen kaders ingelijst. Versieringen waren uit den boze of moesten als dusdanig te onderscheiden zijn. Het classicisme was een koele stijl, nog benadrukt door de gewitte of gepleisterde gevels. Bij de overgebleven gebouwen is het witsel en/of de pleisterlaag meestal in de loop van de tijd verdwenen, waardoor de warme kleuren van de baksteen het geheel een heel ander aspect geven.
Het classicisme heeft vele sporen nagelaten in het dorp. Een van de oudste voorbeelden is de vroegere kapelaanwoning, Kerkring 1. Gebouwd in de late achttiende eeuw vertoont het de kenmerken van de toenmalige ‘slechte’ tijd. De muren uit houtgebakken steen en het hoge zadeldak, dat misschien aanvankelijk met stro was gedekt, zijn nog herinneringen aan de vroegere streekeigen stijl. De hoge plafonds, de strakke, rechthoekige openingen voor deuren en vensters en de goedkope pleisteren raamomlijstingen en holronde daklijst wijzen al naar de nieuwe mode. De cementen raamomlijstingen zijn nu verdwenen, waardoor de onderzittende zandsteen aan de oppervlakte is gekomen.
De structuur van het gebouw is onregelmatig. Normaal mocht men aan beide zijden van de ingangsdeur twee vensters verwachten en bovenaan vijf vensters. Dit is niet het geval. Het noordelijke deel van het huis is smaller dan het zuidelijke. Toch is de hoofdingang omlijst met arduinsteen en heeft de deur bovenaan een fraaie waaier.
Het huis is flink gerestaureerd door graaf Jacques de Liedekerke en binnen volledig gemoderniseerd tot een luxeverblijf.
(Willy Brumagne, 1932-2013)